Dancing in wind and sand


« All »

From our onboard reporter Renske

After a pretty rough crossing of the last bit if the Red Sea and the Gulf of Suez, full of sandstorms and headwinds reaching 35 knots, we made it to the last marina before entering the Suez Canal.

Sand is everywhere. Every winch, block or instrument outside. Between our sheets, in our food and between our teeth. We will be happy to leave this dessert.

Next day after some interesting local expeditions we’ll be leaving this little corrupt safe haven again today, to make our way to the other side. Mediterranean: here we come.

April 2nd; And yet another heads up from the Suez Canal, where we had an incredibly easygoing day sailing through the dessert, with heaps and heaps of sand and on every other dune a watchtower. We made it to the Med side!  On our way to Sicily

In Dutch: Misschien was het een vleugje westerse arrogantie, misschien het alsmaar groeiende vertrouwen in de weersvoorspellingen, enigszins verrast waren we in ieder geval toen de wind van de Rode Zee zich duidelijk niet wilde voegen naar onze verwachtingen. De keuze om door te stomen en daarbij Port Ghalib links te laten liggen leek aanvankelijk goed uit te pakken: de wind die ons vanaf het vuurtoren eilandje de weg probeerde te versperren trok zich gedurende de dag geheel volgens verwachting terug om ons achter te laten in een rustig kabbelend wateroppervlak. Ook dat hij zich later weer bedacht en ons van achteren weer kwam bezoeken om ons in melkmeisje diesel te laten besparen was volgens de planning, en op zijn toenemende enthousiasme waren we ook voorbereid.

Met een dubbel-rif in het grootzeil en enkel een kleine fok voorop vlogen we zo soepel met 10 knopen vooruit dat zelfs het koken er niet onder leed. Maar net toen we ‘s avonds dachten alles toch maar mooi voor elkaar te hebben en we het gebied waarover de storm zou worden uitgestort voorbij waren, begon de wind verveeld te raken en besloot hij de boel even flink in de war te gooien. Binnen tien minuten stond hij plots weer recht op de kop waardoor we rondtollend op het randje van de vaargeul de zeilen moesten strijken.

Pas toen onze ogen begonnen te branden en we onze tanden hoorden knarsen realiseerden we ons dat de alomvattende mist die deze wind met zich meebracht geen mist was: we zaten middenin een zandstorm. De lichten van land, schepen en booreilanden leken samen een onduidelijk volksdansje op te voeren waardoor we tijdelijk niet meer wisten wat noord en wat zuid was, maar met vereende krachten hebben we onze koers weer opgespoord en konden we ronkend de nacht in.

De wind was echter verre van uitgespeeld. Woest en stampvoetend kreeg hij de smaak te pakken en leek hij geenszins geneigd ons vooruit te laten komen. Vol gas zagen we onze snelheid af en toe tot het nulpunt dalen terwijl we ons manmoedig staande hielden bij elke golf die over dek sloeg en onze ogen reinigde met een grondige zoutspoeling. Na een slapeloze nacht was gelukkig ook de wind zijn energie een beetje kwijt waardoor we in het eerste ochtendgloren de zeilen weer konden hijsen. Aan de wind kruisend door de vaargeul voel je je plots erg klein tussen alle containerreuzen, stuk voor stuk op weg om het onverzadigbare beest genaamd Europa te voeden. Toch veranderden zij vriendelijk hun koers om ons ongestoord door te laten zeilen zodat wij ons laatste restje diesel konden overhouden om later de haven mee binnen te varen.

In Suez zijn ze duidelijk wat meer gewend om zeilbootjes te ontvangen: binnen no-time stond onze agent aan boord en al snel werd duidelijk dat hier bijna alles te regelen is, zolang je de opgehouden hand achteraf maar bereid bent te vullen. Een sim-kaart kunnen we kopen voor zes keer de normale prijs, wijn komt binnen verstopt in een doos met brood en de boot wordt opgemeten met een touwtje. De zaken lijken hier te balanceren op een kaarthuis van onderlinge geld-schuiverij en toegeknepen ogen, en ondertussen roept iedereen dat niemand anders te vertrouwen is.

Wij zijn dan ook niet bepaald rouwig als we na twee dagen groen licht kregen om het kanaal door te mogen zodat we dit ontzette zooitje achter ons konden laten.
De loods die we aan boord kregen zal niet snel een vriendelijkheidsprijs winnen, maar hij was verre van vervelend en stuurde ons in een paar uur door de woestijn heen, het uitzicht een eindeloze hoeveelheid zand met op elke andere heuvel een wachttorentje.

Na dit gemoedelijke dagtochtje liggen we halverwege het kanaal in Ismailia tussen boei en land vastgesjord, waar we ‘s ochtends om 05.00 uur een nieuwe loods aan boord krijgen om ons naar Port Saïd te brengen, mits er niet toevallig een warship is dat de oversteek maakt. Hun vaartijden zijn voor een ieder onbekend maar niemand mag zich tegelijkertijd op het kanaal bevinden. Na een heerlijke home-made lasagna aan boord maken wij ons op voor nog een enerverend dagje zandstaren, met hier en daar nog wat voorbereidingen voor de laatste oversteek richting Sicilië.

Blog updates


Subscribe to blog updates: